De kleuterleerkracht als drijvende kracht van de hefboom
De maatschappelijke verantwoordelijkheid van de kleuterleraar
Een brugfiguur: "Mijn verhaal, waar ik zo in geloof, als leerkracht kan je het verschil maken!"
Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat kwaliteitsvolle kinderopvang en kleuteronderwijs positieve effecten hebben op kinderen hun sociale, cognitieve en emotionele ontwikkeling. Deze effecten blijken zelfs groter te zijn voor kinderen uit kwetsbare milieus ( Bennett, 2012 Bennett, J. ( 2012 ). ECEC for children from disadvantaged backgrounds: findings from a European literature review and two cases studies. Final Report. SOFRECO & EIESP, Commissioned by the European Commission. , Urban, e.a., 2011 Urban, M., Vandenbroeck, M., Peeters, J. & Lazzari, A. ( 2011 ). CoRe-competence requirements in early childhood education and care. A study for the European commission directorate-general for education and culture. London & Ghent: university of East London, Cass school of education & University of Ghent, department for social welfare studies. ).
Als kleuterleid(st)er van een kansarme kleuter kan jij er daarom voor zorgen dat dit kwetsbare jonge kind geen ongelijkheid ervaart op één plek, namelijk op school. Zorg ervoor dat jij de drijvende kracht van de hefboom wordt en gelijke kansen creëert voor elk kind.
Een leerkracht ( Klasse voor leraren, 1999 Bron: Klasse voor leraren september 1999, nr. 97, blz 49-52. Verkregen via http://www.klasse.be/archief/kansarmoede/. ): “Rika doet soms echt storend. Dat kan ik begrijpen. Stel je maar eens voor dat je vader elke dag dronken thuis komt, dat je ouders de rekening voor de verwarming niet kunnen betalen of je vader je kat heeft gedood omdat ze te veel eet. Sommige collega’s vinden dat ik naïef ben en me door Rika en haar ouders laat vangen. Maar armoede maakt deel uit van de maatschappij. Je moet dat niet onder de mat vegen. Rika en de andere leerlingen van de klas zijn daar niet mee geholpen. Ik zorg ervoor dat Rika zich goed voelt in de klas, dat ze weet dat ik er ben voor haar."
Oefening Risicomomenten onder de loep
Belang van een basishouding
Vaardig worden in het omgaan met kansarmoede is helemaal niet simpel. Vertrouwd zijn met de problematiek, de veelzijdigheid ervan zien en inzicht hebben in de wijze waarop kinderen kansarmoede op verschillende manieren beleven, zijn van groot belang. Een kant en klare, eenduidige aanpak voor alle kinderen en ouders bestaat niet.
Er is eerder nood aan een basishouding, van waaruit verschillende, complexe en multidimensionale situaties kunnen benaderd worden. Hierbij is de leraar niet langer dé expert die als enige weet wat goed is voor de ontwikkeling van een kind. Leraren dienen daarom vanuit multiperspectiviteit verschillende standpunten in kaart te brengen en eerder op zoek te gaan naar de expertise van ouders, collega’s, kinderen en partners dan die onmiddelijk zelf te bieden ( Van Keulen, e.a., 2004 Van Keuelen, A., Malleval, D., Mony, M., Murray, C. & Vandenbroeck, M. ( 2004 ). Diversity and equity in Early Childhood training in Europe. DECET Network. ). In het werken aan kwaliteitsvolle relaties met al deze betrokkenen is een basishouding van flexibiliteit Kunnen functioneren in een complexe samenleving veronderstelt dat we vlot kunnen switchen tussen verschillende codes die worden gehanteerd, naargelang context, personen, situaties, culturen. Hier gaat een dynamisch proces aan vooraf van observeren, afwegen, uittesten wat wel en niet kan, onderhandelen en zich manifesteren of aanpassen zonder het eigen referentiekader te verloochenen. , dialoog & samenwerking De dialoog is de gespreksvorm waarin diversiteit het best tot haar recht komt. Er wordt tijd uitgetrokken om te luisteren en op een evenwaardige manier tot uitwisseling van betekenissen te komen. Samenwerking is de handelwijze waarbij diversiteit als meerwaarde wordt benut. Samenwerken in heterogene groepen kan soms tot conflicten leiden. Maar ook dat is een normaal gegeven waar we moeten leren mee omgaan. en leren-van-elkaar We creëren onder invloed van onze interactie met anderen actief nieuwe referentiekaders en stellen de bestaande voortdurend bij. Essentieel hierbij is een basishouding van reflectie en zelfkritiek, zowel op ons zelf als op tradities, verworvenheden, normen en waarden van de groepen waartoe we behoren. onontbeerlijk.
Flexibiliteit
In het werken met verschillende kleuters, ouders en collega’s is het onmogelijk om kant-en-klare antwoorden te bieden op specifieke problemen. Complexiteit en onvoorspelbaarheid zijn twee kenmerken van het beroep van kleuterleraren. Hierdoor is flexibiliteit noodzakelijk.
Dialoog & samenwerking
Dialoog is de gespreksvorm waarin diverse standpunten het best tot hun recht komen. Leraren trekken tijd uit om echt te luisteren naar wat er leeft bij kinderen, ouders en collega’s en proberen zo vanuit de dialoog tot een uitwisseling van betekenissen te komen. Ze trachten op een evenwaardige manier tot een uitwisseling van betekenissen te komen. Daarbij gaan ze niet uit van hun grote gelijk. Ze proberen verschillende, mogelijk tegenstrijdige perspectieven op leren en opvoeding in kaart te brengen en via onderhandeling te verenigen om zo tot gezamenlijke afspraken te komen ( Van Avermaet, 2013 Van Avermaet, P. ( 2013 ). Waarom diversiteit tot de kern van onderwijs behoort. Nog niet gepubliceerd artikel. ).
Leren-van-elkaar
De leraar is niet langer dé expert die weet wat goed is voor de ontwikkeling van een kind. Kinderen, ouders en een waaier aan buitenschoolse partners bezitten over evenwaardige expertise die de leraar kan benutten om tot gelijke leer- en ontplooiingskansen te komen voor alle kinderen. Een authentieke overtuiging dat handelingswijzen en referentiekaders van anderen een bron van maatschappelijke rijkdom zijn, vraagt om leraren die zich durven openstellen en de invloed van het eigen referentiekader op het pedagogisch-didactisch handelen kritisch in vraag kunnen stellen. Samenwerken met bijvoorbeeld een opgeleide ervaringsdeskundige in de armoede en sociale uitsluiting om het eigen referentiekader te verbreden, kan zo enkel effectief zijn wanneer leraren ook bereid zijn zich kwetsbaar op te stellen tegenover deze ervaringsdeskundige. Enkel zo kunnen bestaande referentiekaders opengebroken, bijgestuurd en verbreed worden.
Een leraar geeft aan hoe de getuigenissen van ervaringsdeskundigen een nieuwe kijk wierpen op de relatie met kansarme ouders: “Wat mij zeker is bijgebleven, is dat vensteromslagen voor deze mensen betekent: niet openen, het zijn rekeningen! Deze worden door velen integraal in een doos gegooid. Wij gebruiken nu op school altijd gesloten omslagen. Ook de omgang zoals ze zelf graag hebben, was een openbaring. Zo vertelde een man over zijn vriend die een enorme lijfgeur had. Bij bijeenkomsten werd er aan die man de mogelijkheid gegeven om eerst te douchen want de anderen hadden hier last van. Je mag hier met hen over communiceren. Zorg wel dat je een goede vertrouwensband hebt met deze mensen. (…) Hetgeen mij deze dag (met getuigenis van ervaringsdeskundige) is bijgebleven is dat er geregeld goedbedoelde initiatieven ontstaan op scholen voor deze mensen die eigenlijk net het tegenovergestelde bereiken. Met andere woorden, overleg met deze mensen en denk niet voor hen in de plaats,” (Uit: Laenen & Aerden, 2013 Laenen, I. & Aerden, I. (2013). Evaluatie ondersteuningstraject 'Hoe omgaan met kinderarmoede op school?' i.o.v. Koning Boudewijnstichting. Leuven: CEGO. ).Kritische reflectie als rode draad
Concreet?
- Kansarmoede (h)erkennen en kaderen
- Warme relaties aangaan met ouders als basis voor een gedeeld partnerschap
- De randvoorwaarden voor leren vervullen: welbevinden & betrokkenheid
- Een krachtige leeromgeving realiseren
Onderstaande oefening is een eerste stap in het worden van een steunpunt voor kansarme ouders en kleuters.