Kansarmoede (h)erkennen en kaderen

Kansarmoede erkennen

Eén kind op tien wordt geboren in een kansarm gezin. De kans is reëel dat zo goed als elke kleuterleerkracht geconfronteerd wordt met minstens één kansarme kleuter per klas.
 
Om de reproductie van sociale ongelijkheid via onderwijs tegen te gaan en gelijke onderwijskansen te bieden aan alle kinderen, is het nodig om de kwetsbare thuissituatie van kinderen in de klas te erkennen. Ook UNICEF, 2012 UNICEF ( 2012 ). Iedereen gelijke kansen op school? Dat denken zij ervan. Het perspectief van maatschappelijke kwetsbare kinderen en jongeren in het onderwijsdebat. UNICEF België.  maakt dit expliciet: “Erken de armoede!” is de eerste aanbeveling om te werken aan gelijke onderwijskansen voor kwetsbare kinderen.
 

Kansarmoede herkennen

Photo credit: Daniele Zanni via photopin cc

Kinderarmoede kent vele gezichten en wordt op verschillende manieren beleefd. Zo ervaren kinderen met een migratieachtergrond kansarmoede anders dan kinderen die uit een generatiearme familie komen, dan kinderen van schippersouders die misschien eerder een relatieve armoede ervaren of kinderen van ouders die er net alles aan doen om hun thuissituatie verborgen te houden voor de buitenwereld. Maar het herkennen van armoede vraagt bovenal om een zienswijze die het perspectief van het kind centraal stelt.
 
Omdat kansarmoede zich op zoveel manieren kan uiten en zich op meerdere domeinen afspeelt, heeft de Stad Turnhout een signaallijst ontwikkeld voor leerkrachten. Deze signaallijst is een hulpmiddel om de kinderen te observeren en meer te weten te komen over de achtergrond van de kinderen in jouw klas en school. 
 

Signaallijst kansarmoede (stad Turnhout)                                                  

 

 

Leesvoer:

Kansarmoede kaderen

Photo credit: JoãoMoura via photopin cc

Er zit een kloof tussen de leefwereld van kansarme kleuters en die van leraren en kansrijke kleuters. Vaak spreekt men over de kloof tussen de thuiscultuur van kansarme kinderen en de schoolcultuur, die een afspiegeling is van de middenklassecultuur van het merendeel van de leraren. 

Bart De Myttenaere zet in zijn boek ‘In vrije val. Armoede in België’ ( De Myttenaere, 2003 De Myttenaere, B. (2003). In vrije val. Armoede in België. Manteau, met de steun van Welzijnszorg en Cera.  ), 5 ‘kloven’ tussen meer- en minder gegoeden uiteen. Deze 5 kloven kunnen dienen als bril voor jou om inzicht te krijgen in de leefwereld van kansarme kinderen. Op die manier ontdek je beter de noden en behoeftes van deze kinderen en ontdek je sneller hoe je hieraan binnen je klaspraktijk tegemoet kan komen. Aan de hand van deze 5 kloven illustreren we een aantal do's & dont's voor leerkrachten en de school.  

In de inleefoefening rond Sandra ga je aan de hand van een aantal stellingen dieper in op deze kloven en de eigen houding tegenover kansarmoede. Centraal in deze oefening zijn de verschillende perspectieven op de leefwereld van kwetsbare kinderen.

Inleefoefening Heeft Sandra het zelf gezocht?

 

 

 

Leesvoer:

Bewust van het eigen perspectief en vooroordelen

Bij het kaderen van kansarmoede en interpreteren van kenmerken van een kwetsbare thuissituatie, dien je inzicht hebben in de manier waarop je kijkt naar kinderen en hun ouders. In het bijzonder is het belangrijk bewust te zijn van de vooroordelen die je erop nahoudt. 

Vooroordelen hangen immers samen met de verwachtingen die leraren koesteren over de leer- en ontwikkelmogelijkheden van hun leerlingen. Deze verwachtingen hebben op hun beurt een invloed op leerlingen hun schoolprestaties ( Creemers & Kyriakides, 2008 Creemers, B. & Kyriakides, L. (2008). The dynamics of educational effectiveness: A contribution to policy, practice and theory in contemporary schools. London: Routledge. ; Speybroeck, 2013 Speybroeck, S. (2013). Teachers' expectations and the achievement gap: The role of students' ethnicity and socioeconomic status. Niet gepubliceerde doctoraatsthesis: K.U.Leuven & Universiteit Antwerpen. ; Rhodes & Huston, 2012 Rhodes, H. & Huston, A. (2012). Social Policy Report. Building the Workforce Our Youngest Children Deserve. Sharing Child and Youth Development Knowledge, 26 (1). ). Hoge verwachtingen creëren dus hoge prestaties!

Jan Vranken onderscheidt vier modellen om armoede te kaderen. Deze vier modellen gaan elk gepaard met een bepaalde blik op armoede. 

  • Je kunt armoede bijvoorbeeld zien als een individueel probleem ("Ze moeten maar geen zo'n dure gsm kopen!"). Leerkrachten die op deze manier naar armoede kijken zullen minder in staat zijn hier tegenover een vorm van maatschappelijke verantwoordelijkheid op te nemen. Ze erkennen niet dat scholen en leerkrachten zich kunnen inzetten om deze problematiek aan te pakken en via onderwijs een hefboom te vervullen.
  • Leraren die armoede zien als een structurele problematiek, die meerdere dimensies omvat, zullen meer volharden in hun opdracht. Zo zullen ze sneller, al dan niet bewust, competenties verwerven om hier effectief en creatief mee om te gaan ( Robinson, 2007 Robinson, G.J. ( 2007 ). Presence and Persistence: Poverty ideology and inner-city teaching. Urban Rev, 39, 541-565. ). Deze leraren gaan er niet van uit dat sommige kinderen tijdens het kringgesprek niets leuks te vertellen hebben over het weekend. Door kinderen te benaderen vanuit een waarderende houding zorgen ze ervoor dat élk kind wel iets leuk kan aanbrengen in het kringgesprek. Ze benaderen armoede vanuit multiperspectiviteit.

Als leerkracht is het van groot belang je van deze negatieve gevoelens, vooroordelen of stereotiepe beelden bewust te zijn en deze te vermijden. Dit doe je door armoede te bekijken vanuit multiperspectiviteit. Zo krijgt ook een positief perspectief op de talenten en competenties waarover kinderen wél bezitten, een plaats.  

Armoede zien vanuit multiperspectiviteit

Leraren die een brede kijk op armoede hanteren, slagen erin om het gedrag dat kinderen in de klas vertonen te kaderen binnen de leefwereld van deze kinderen. Ze komen los van de oogkleppen die hun eigen referentiekaders vormen. Dit zorgt ervoor dat ze eventuele gedragsproblemen en ontwikkelingsmoeilijkheden kunnen kaderen binnen de sociale achtergrond van kinderen. Maar dit zorgt er evengoed voor dat ze oog krijgen voor de competenties en talenten van kinderen ( Steenssens, e.a., 2008 Steenssens, K., Aguilar, L. M., Demeyer, B. & Fontaine, P. ( 2008 ). Kinderen in armoede. Status quaestions van het wetenschappelijk onderzoek voor België. GIREP ( Groupe Interuniversitaire Recherche & Pauvrete ) & IGOA ( Interuniversitaire  Groep Onderzoek & Armoede VZW ) in opdracht van Minister van Pensioenen, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen, Christian Dupont.   ; Laevers, e.a., 2003 Laevers, F.; Vanhoutte, T. & Derycke, C. ( 2003 ). Omgaan met kansarmoede in de basisschool: pijnpunten-beleving-aanpak. België-Leuven: CEGO Publishers. ). Empathie en begrip zijn dan ook kernwoorden om open te staan en inzicht te krijgen in de leefwereld van kansarme kinderen en te handelen vanuit de competentie multiperspectiviteit Omgaan met diversiteit houdt in dat men zich los kan maken van het eigen perspectief, via verschillende invalshoeken naar zaken kan kijken én zich kan inleven in het perspectief van degenen met wie men in interactie treedt. .

“Tijdens het spelen in de kring krijgt S. ruzie met een kind over een diertje dat ze graag wil hebben maar het andere kind is hiermee aan het spelen. Het mondt uit in roepen en vechten. Na verder vragen ontdek ik dat ze het diertje wil om het te geven aan een vriendje van haar om zo leuk samen te kunnen spelen. Haar kracht is haar opkomen voor vrienden.” (Uit: Laenen & Aerden, 2013 Laenen, I. & Aerden, I. (2013). Evaluatie ondersteuningstraject 'Hoe omgaan met kinderarmoede op school?' i.o.v. Koning Boudewijnstichting. Leuven: CEGO. )
“S. is altijd heel gemotiveerd om werkjes te maken, ze staat als eerste bij mij om dit te doen. Maar als ze aan het werken is vraagt ze heel de tijd aandacht, als ze dit niet genoeg krijgt wordt ze boos en gaat weg of verscheurt haar werk. Haar kracht is wel dat ze zeer gemotiveerd is en wil werken.” (Uit: Laenen & Aerden, 2013 Laenen, I. & Aerden, I. (2013). Evaluatie ondersteuningstraject 'Hoe omgaan met kinderarmoede op school?' i.o.v. Koning Boudewijnstichting. Leuven: CEGO. )

Onderstaand meervoudig risicomodel ( van der Ploeg, 2007 van der Ploeg, J.D. (2007). Gedragsproblemen. Ontwikkelingen en risico's. Rotterdam: Lemniscaat. ) uit 'De wereld van het jonge kind' ( De wereld van het jonge kind, 2013 De wereld van het jonge kind. Vakblad voor ontwikkeling, opvoeding en onderwijs aan jonge kinderen, nr 3 ( jaargang 41 ) – november 2013.    ) geeft verschillende factoren weer die een oorsprong kunnen zijn van probleemgedrag bij jonge kinderen.

Bronnenkaart Meervoudig risicomodel  

 

 

Om kinderen te kunnen benaderen vanuit multiperspectiviteit is het nodig om breed te observeren. De oefening ‘Gericht observeren’ is een handig hulpmiddel om gericht te observeren omtrent de impact van kansarmoede bij een kleuter. 

Oefening Gericht observeren

Creative Commons License