Talensensibilisering

Oefening Is dit talensensibilisering?

Waarom talensensibilisering? 

De doelstelling van talensensibilisering is het ontwikkelen van meertalige competenties en richt zich dan ook op attitude, kennis en vaardigheden ( Van Gorp, 2011 Van Gorp, K. (2011). ’t Is goe, juf, die spreekt mijn taal! Wetenschappelijk rapport over talensensibilisering in de Vlaamse onderwijscontext. Literatuurstudie praktijkgericht onderwijsonderzoek in opdracht van de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor).   , p. 101-102; Devlieger e.a., 2012 Devlieger, M. e.a. (2012). Is die taal van ver of van hier? Wegwijs in talensensibilisering van kleuters tot adolescenten. Leuven/Den Haag: Acco. , p. 12):

  • Attitude: de leerlingen ontwikkelen een attitude van openheid en gevoeligheid voor talige diversiteit. 
  • Kennis: leerlingen ontwikkelen kennis en inzichten over taal en talen.
  • Vaardigheden: leerlingen ontwikkelen metalinguïstische vaardigheden die steigers vormen om de moedertaal verder te ontwikkelen en een vreemde taal te leren. 

Voor onderzochte en vastgestelde effecten van talensensibilisering verwijzen we naar:

Voor wie?

Alle drie de doelen gelden voor alle leerlingen van kleuteronderwijs, basisonderwijs en secundair onderwijs en kunnen daarnaast ook in opleidingen van het hoger onderwijs nagestreefd worden. De drie doelen kunnen dus alle drie, weliswaar op een eigen wijze, op alle leeftijden aan bod komen ( Van Gorp, 2011 Van Gorp, K. (2011). ’t Is goe, juf, die spreekt mijn taal! Wetenschappelijk rapport over talensensibilisering in de Vlaamse onderwijscontext. Literatuurstudie praktijkgericht onderwijsonderzoek in opdracht van de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor).   , p. 107).

Bij kleuters, bijvoorbeeld kunnen meertalige bakerrijmpjes aan hun openheid ten opzichte van talige diversiteit werken. Bij oudere leerlingen kan dat door hun houdingen ten opzichte van ‘goede’ en ‘slechte’ talen bespreekbaar te maken en daarover te reflecteren. In de les Grieks (of een andere taal) kan een leerkracht talensensibiliserend te werk gaan door bij de bespreking van de geschiedenis van het Grieks, dat door moeilijke contacten tussen steden onderling geen eenheidstaal vormde maar uit verschillende dialecten bestond, in te gaan op het concept ‘dialect’ (naar idee en klaspraktijk van Iris Philips, leerkracht secundair onderwijs). Op dat moment kan de link gelegd worden naar de eigen talenomgeving van de leerlingen: wat vinden zij van dialecten? Zijn die ‘beter’ of ‘slechter’ dan de standaardvariant van een taal? Waarom?Uit: Van Gorp, 2011 Van Gorp, K. (2011). ’t Is goe, juf, die spreekt mijn taal! Wetenschappelijk rapport over talensensibilisering in de Vlaamse onderwijscontext. Literatuurstudie praktijkgericht onderwijsonderzoek in opdracht van de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor).   , p. 108-109. Voor bijkomende inspirerende ideeën, zie ook p. 110-111.

 

 

Creative Commons License