Hanif

Context: lager onderwijs

Inleiding

Deze webquest vertrekt vanuit een casus uit het lager onderwijs waarvan gelijkaardige situaties zich op vele scholen en andere onderwijsniveaus kunnen voordoen. Deze authentieke casus is gebaseerd op verschillende getuigenissen van leraren en onderwijsbetrokkenen die samen werden gebundeld. De casus omvat enkele uitdagingen waar je als leraar en als school mee kan omgaan.

Via deze webquest is het de bedoeling om:

(1) Via een analyse van de casus een helder beeld te krijgen van wat er (werkelijk) gaande is.

(2) Na te denken over concrete acties die kunnen ondernomen worden.

In het onderdeel ‘Verwerking’ word je via bijkomende vragen verder op weg geholpen om deze webquest te vervolledigen. Bij ‘Bronnen’ vind je de nodige links naar informatie om een antwoord te formuleren op de vragen. 

Uitdaging

Hanif is tien jaar en afkomstig uit Pakistan. In de zomervakantie is hij samen met zijn moeder, vader en jongere zus naar België verhuisd. Ondertussen gaat hij een halfjaar naar school in België. Hanif zijn leeftijdsgenoten zitten allen in het derde leerjaar, maar omdat Hanif helemaal geen Nederlands kende toen hij in september begon stelde de directeur tijdens het inschrijvingsmoment voor om Hanif te laten beginnen in het eerste leerjaar. Hanifs ouders benadrukten dat hij in Pakistan de primus van de klas was, maar stemden toch in met de beslissing van de directeur.  Aangezien ze nog maar net in België waren aangekomen en weinig afwisten van het Vlaamse onderwijssysteem hadden ze immers weinig argumenten om op terug te vallen. De directeur legde toen ook uit dat Hanif enkele voormiddagen les zou volgen in de taalbadklas, maar Hanifs ouders konden zich hier, door alle nieuwe indrukken, weinig concreet bij voorstellen.

Hanif volgt per week drie voormiddagen, samen met nog 7 andere anderstalige nieuwkomers van Russische, Indische, Servische, Tsetjeense en Turkse achtergrond, les bij meester Philip in de taalbadklas. Ook de 12-jarige Nabil die in het derde leerjaar zit, volgt één voormiddag per week les bij meester Philip. Nabil is net als Hanif afkomstig uit Pakistan. Hij woont sinds twee jaar in België en kan zich al vlot uitdrukken. Meester Philip focust zich bij Nabil dan ook vooral op complexere woordenschat en werkwoordvervoegingen. Op korte tijd zijn Hanif en Nabil goede vrienden geworden en op de speelplaats zijn ze onafscheidelijk. Bij meester Philip oefent Hanif voornamelijk op  het leren van de Nederlandse (school)taal. Het is de bedoeling dat Hanif hierdoor zo snel mogelijk kan aansluiten bij zijn eigen klas van het eerste leerjaar. Daarbij waakt meester Philip erover dat er in de taalbadklas uitsluitend Nederlands wordt gesproken. Daarvoor moet hij dingen soms met handen en voeten uitleggen. Meester Philip laat Nabil en Hanif dan ook niet samenwerken en berispt hen als ze samen Urdu spreken, dit mag op de speelplaats maar niet in de klas.

In de namiddag volgt Hanif les in ‘zijn klas’ in het eerste leerjaar bij juf Silke.

Eén van Hanif’s klasgenoten uit de klas van juf Silke is Sarah. Toen de moeder van Sarah had vernomen dat haar dochter een nieuwe Pakistaanse klasgenoot had, gaf ze de volgende dag meteen een zak met kleren mee. Deze kleren waren te klein geworden voor Sarah’s oudere broer Kevin en Hanif zou ze wel goed kunnen gebruiken. De moeder van Hanif keek erg verbaasd toen de juf de zak aanbood, maar nam deze toch mee naar huis.

Juf Silke merkt dat Hanif zich wat afzijdig houdt in de klas. Doordat hij zich moeilijk kan uitdrukken in het Nederlands, heeft hij ook niet echt vrienden in de klas. Meestal trekt hij op met Sofia die in de voormiddag samen met hem les volgt bij meester Philip. Juf Silke zet Hanif en Sofia dan ook naast elkaar en laat hen samenwerken bij groepsopdrachten. Ze hoopt dat ze zich hierdoor meer op hun gemak voelen in de klas, maar toch vallen beide kinderen wat buiten de groep. Voor rekenen is Hanif de eerste van de klas maar voor Nederlands maakt juf Silke zich toch wat zorgen. Als zijn motivatie niet wat groter wordt, vreest ze dat hij aan het einde van het jaar onvoldoende haalt om naar het tweede leerjaar te kunnen gaan.

Elke maandagmiddag houdt juf Silke een kringgesprek over verschillende thema’s: wonen, reizen, eten, muziek, natuur, .... Omdat het voor Hanif en Sofia soms moeilijk is om evenveel te participeren laat ze hen een tekening maken die ze dan kunnen toelichten. Zo maakte Hanif tijdens het laatste kringgesprek over reizen een tekening van bergen. Alle leerlingen en ook juf Silke gingen ervan uit dat de bergen op de tekening wellicht een afbeelding waren van Pakistan. Toen ze dit meermaals vroegen, bleef Hanif echter nee knikken, hij probeerde te vertellen naar welk land hij op reis was gegaan, maar niemand verstond hem. De kinderen in de klas vonden het onwaarschijnlijk dat mensen uit Pakistan op reis zouden gaan. Sommigen noemden hem zelfs een leugenaar. Tijdens het volgende gesprek over wonen tekenden alle kinderen hun huis. Hanif tekende echter meerdere huizen, met palmbomen en een zwembad. De juf en ook de andere kinderen gingen er van uit de Hanif wellicht de opdracht niet goed begrepen had. Toen ze bleven doorvragen of hij ook werkelijk in alle drie de huizen woonde en hij ja bleef knikken dachten ze dat Hanif gewoon een erg rijkelijke fantasie had.

Na twee maanden vol zogenaamde fantasietekeningen en verhalen tijdens het kringgesprek besluit juf Silke om een sociaal tolk in klas te halen op maandagmiddag om Hanif en Sofia meer mogelijkheden te bieden om te participeren en zich uit te drukken. Afwisselend komt elke week een tolk Russisch en een tolk Urdu. Hierdoor kunnen Hanif en Sofia naar hartenlust vertellen en worden ze ook overladen met vragen van hun klasgenoten. Hanif en Sofia zijn ook telkens heel erg trots wanneer hun taalgenoot de klas komt bezoeken. Uit de verhalen die vertaald worden door de tolk, blijkt dat Hanif vaak op reis ging naar zijn tante die in Zwitserland woont en dat hij afkomstig is uit een familie die wortelt in adellijke kringen waardoor zijn ouders verschillende huizen bezitten in Pakistan. Zo bleek ook dat Hanif’s ouders naar België waren verhuisd omdat ze beiden aan de slag konden als onderzoekers aan de universiteit. Juf Silke begreep meteen waarom Hanif’s moeder zo verbaasd keek toen ze haar de zak met kleren van Sarah’s broer overhandigde.

Juf Silke heeft de indruk dat Hanif en Sofia zich steeds beter voelen in de klas. Zou dit komen door de sociaal tolk tijdens het kringgesprek? Terwijl ze vroeger erg zwijgzaam waren, proberen ze zichzelf nu steeds vaker uit te drukken. Dit is vaak nog in een mix van hun thuistaal met het Nederlands. Het door elkaar gebruiken van twee talen baart juf Silke wel wat zorgen, maar voorlopig zegt ze hier niets van omdat ze niet wil dat Hanif en Sofia zich terug afzijdig zouden gedragen.

Juf Silke maakte ook van de tolk gebruik om Hanif te vragen hoe hij zich voelt op school en in de klas. Hanif antwoordde verlegen dat hij het niet zo leuk vindt dat de meeste kinderen in zijn klas jonger zijn dan hem, en dat de boeken die ze gebruiken en de bundels die ze moeten invullen ook voor jonge kinderen zijn. Ook vindt hij het vervelend dat hij voor rekenen steeds als eerste klaar is en dan maar wat moet tekenen.  Juf Silke besluit dit aan te kaarten bij de collega’s. 

Verwerking

Beleid

Analyse

  • Beschrijf de taalideologie en het taalbeleid in de school van Hanif op basis van de informatie die je haalt uit de casus.
  • Welke beslissingen nemen de school en de leraren omtrent het onderwijs voor Hanif? Wat kunnen mogelijke redenen zijn voor het maken van deze beslissingen? In welke mate kan de heersende taalideologie en het taalbeleid een invloed hebben op deze beslissingen?

Acties

  • Is het taalbeleid voldoende afgestemd op de talige diversiteit aanwezig in de school? Welke (andere) beslissingen zouden er op schoolniveau idealiter genomen kunnen worden om zowel de leerprestaties als het welbevinden en de sociale integratie van Hanif te maximaliseren?

Bronnen

Leerlinggedrag & leraarperceptie

Analyse

  •  Omschrijf het sociale en talige gedrag van Hanif in de klas en op school zo accuraat mogelijk.
  • Hoe voelt Hanif zich of hoe denk je dat hij zich voelt?
  • Hoe kijken meester Philip en juf Silke naar het sociale en talige gedrag van Hanif?

Acties

  • Moeten juf Silke en meester Philip zich zorgen maken over het talige en sociale gedrag van Hanif? Indien niet, waarom? Indien wel, wat kunnen ze hieraan doen?
Bronnen

Hier geven we een suggestie van bronnen waar zeker antwoorden te vinden zijn. Uiteraard kunnen ook andere bronnen binnen Diva geraadpleegd worden of kan je doorklikken naar externe websites om de webquest op te lossen.

Leraarhandelen & leren IN en VOOR diversiteit

Analyse
  • In welke mate herken je de sleutelcompetenties voor leren VOOR diversiteit in het didactisch handelen van meester Philip en juf Silke?
  • In welke mate zijn de didactische voorwaarden voor leren IN diversiteit al dan niet aanwezig in het didactisch handelen van meester Philip en juf Silke?

Acties

  • Hoe kunnen juf Silke en meester Philip nog meer aandacht besteden aan leren IN en leren VOOR diversiteit? Welke positieve effecten kunnen ze hiermee bereiken? Wat zijn mogelijke valkuilen?
Bronnen

Hier geven we een suggestie van bronnen waar zeker antwoorden te vinden zijn. Uiteraard kunnen ook andere bronnen binnen Diva geraadpleegd worden of kan je doorklikken naar externe websites om de webquest op te lossen.

Oudercommunicatie

Analyse

  • Wat leid je uit deze casus af over de manier waarop de communicatie met ouders verloopt?

Acties

  • Hoe kan de school en de juf de communicatie met ouders verbeteren, de diversiteit onder ouders benutten en ouderbetrokkenheid verhogen? Welke positieve effecten kunnen ze hiermee bereiken? Wat zijn mogelijke valkuilen?
Bronnen

Hier geven we een suggestie van bronnen waar zeker antwoorden te vinden zijn. Uiteraard kunnen ook andere bronnen binnen Diva geraadpleegd worden of kan je doorklikken naar externe websites om de webquest op te lossen.

Evaluatie

Op basis van de concrete invulling van de opdracht dient ook een evaluatie te gebeuren. Streef hierbij naar een brede evaluatie ( breed evalueren Breed evalueren betekent dat leraren een waaier aan evaluatiestrategieën gebruiken die leerlingen de kans geven hun beheersing van de leerinhouden en competenties aan te tonen. ). Zoals steeds bij omgaan met diversiteit is er niet zoiets als dé enige goede oplossing! Oplossingen en acties dienen steeds via  dialoog & samenwerking De dialoog is de gespreksvorm waarin diversiteit het best tot haar recht komt. Er wordt tijd uitgetrokken om te luisteren en op een evenwaardige manier tot uitwisseling van betekenissen te komen. Samenwerking is de handelwijze waarbij diversiteit als meerwaarde wordt benut. Samenwerken in heterogene groepen kan soms tot conflicten leiden. Maar ook dat is een normaal gegeven waar we moeten leren mee omgaan.  afgewogen te worden tegenover specifieke en veranderende contextfactoren.  multiperspectiviteit Omgaan met diversiteit houdt in dat men zich los kan maken van het eigen perspectief, via verschillende invalshoeken naar zaken kan kijken én zich kan inleven in het perspectief van degenen met wie men in interactie treedt.  en  flexibiliteit Kunnen functioneren in een complexe samenleving veronderstelt dat we vlot kunnen switchen tussen verschillende codes die worden gehanteerd, naargelang context, personen, situaties, culturen. Hier gaat een dynamisch proces aan vooraf van observeren, afwegen, uittesten wat wel en niet kan, onderhandelen en zich manifesteren of aanpassen zonder het eigen referentiekader te verloochenen.  zijn hier sleutelbegrippen. Enkele vragen ter overweging:

  • Hoe verloopt de proces- en productevaluatie?
  • Voorzie je intervisiemomenten?
  • Onder welke vorm verwacht je een eindproduct? Een presentatie, een poster, een wikispace, een website, een discussieforum, een portfolio, een brochure, een documentaire, een verslag, … ? Laat je hier ruimte voor verschillende leer- en oplossingsstijlen?  

Docenteninspiratie

Deze webquest is een aanzet waarvan de concrete uitwerking verder ingevuld dient te worden door de docent en/of vertaald kan worden naar de context waarin de toekomstige leraren terecht zullen komen. Daarom geven we hier enkele vragen ter overweging:

  • Gebruik je de webquest als vertrekpunt om in te gaan op een bredere problematiek? Zo kunnen de vragen verder opgesplitst en/of uitgediept worden zodat bv. met een hele klasgroep in verschillende deelgroepen aan 1 webquest kan gewerkt worden.
  • Wordt in de verdere uitwerking een link gelegd naar stage-ervaringen, bredere onderzoeksopdrachten, uitwerking van lesideeën, … .
  • Kan er vakoverschrijdend aan deze webquest gewerkt worden?

Enkele vragen ter overweging om met deze webquest aan de slag te gaan met studenten:

  • Wordt de webquest opgelost via contact- of afstandsonderwijs, of via een combinatie van beide?
  • Wordt de webquest individueel, via samenwerking in duo’s of in grotere groepen opgelost?
  • Gaan verschillende groepen aan de slag met een verschillende opgave of worden opgaven verdeeld binnen de groep?
  • Hoe worden rollen verdeeld binnen de samenwerkende groepen zodat het leren-van-elkaar gewaarborgd blijft? 
  • Worden de didactische voorwaarden voor leren IN diversiteit nagevolgd? 
Creative Commons License