Aan de slag op school!

Breed observeren en breed evalueren vragen om een afstemming van alle betrokkenen op  school. Als leerlingen voor elk vak een portfolio moeten samenstellen is dit niet werkbaar, noch haalbaar. 

Het bieden van een veelzijdige & gevarieerde aanpak Deze aanpak komt tegemoet aan de brede ontwikkeling van lerenden, hun diverse individuele leerstijlen, interactiewijzen en meervoudige intelligenties. Door te differentiëren en lerenden afwisselend bloot te stellen aan verschillende didactische- en leermethoden krijgen ze meer kansen om verschillende leervaardigheden en strategieën te ontplooien. dat een totaalbeeld van de leerlingen kan schetsen en de competenties van leerlingen in hun breedheid in kaart kan brengen en evalueren vraagt dan om een team dat het beleid draagt en samen keuzes maakt. Zo kunnen vormen van peerevaluaties pas echt effectief zijn als ze gedragen worden en op eenzelfde manier toegepast worden door alle leerkrachten binnen het team. 

Onontbeerlijk is dus de communicatie over het onderwijs- en leerproces tussen het lerarenteam onderling. Maar naast de onderlinge communicatie binnen het schoolteam is ook de communicatie tussen leerlingen en de school, de school en ouders, leerlingen en ouders cruciaal. Alle observatie – en evaluatiegegevens dienen daarbij enkel tot het versterken van deze communicatie. Observatie en evaluatie heeft dan ook pas zin als het leidt tot een betere afstemming van betrokkenen, tot gerichte feedback, tot aangepaste begeleiding en tot meer zelfkennis ( Steunpunt GOK Steunpunt GOK. Breed evalueren. Visietekst.  ).

Hoe krijg jij punten? Wat leerlingen denken over het evaluatiebeleid in het secundair onderwijs (VSK)

Bij het opstellen van een evaluatiebeleid op schoolniveau laten we ons leiden door dezelfde vragen die elke individuele leerkracht zich stelt bij het gericht kiezen van een evaluatievorm. De visietekst van het Steunpunt GOK ‘Breed evalueren’ ( Steunpunt GOK Steunpunt GOK. Breed evalueren. Visietekst.  ) stelt dan ook gelijkaardige richtvragen voorop om een evaluatiebeleid in vraag te stellen en vorm te geven: 

Waarom evalueren we? Vraag naar een schoolvisie rond evalueren.

  • Hoe gaat de school om met evaluatiegegevens. Waartoe dienen ze?
  • Hoe wil men bijvoorbeeld omgaan met het GOK-jongerenbeginbeeldinstrument? 
  • Wat is de onderliggende visie?
  • Welke klemtonen legt men op schoolniveau?
  • Hoe zorgt de school voor het in kaart brengen van alle noodzakelijke competenties?
  • Hoe organiseert de school overleg voer evaluaties tussen verschillende leerkrachten?

Wat evalueren?Vraag naar transparantie.

  • Welke competenties willen we allemaal in kaart brengen?
  • Wat is voor de ontwikkeling van onze leerlingen echt belangrijk? Welke competenties willen we tot ontwikkeling zien komen?
  • Is er afstemming tussen verschillende leerkrachten rond welke competenties er worden gemeten?

De meest geschikte evaluatievormen? En afstemming tussen leerkrachten? Vraag naar billijkheid.

  • Welke evaluatievormen hanteren we? En welke inspanningen vragen we daarbij van leerlingen?
  • Welke evaluatievormen zijn het meest geschikt voor het evalueren van de beoogde competenties?
  • Bij welke evaluatie kunnen verschillende leerkrachten samenwerken bij het evalueren van gelijkaardige competenties?
  • Waar kunnen evaluaties van verschillende disciplines samenvallen?
  • Hoe bouwen we in een bepaalde periode bij één klas variatie in evaluatievormen uit zodat alle leerstijlen van leerlingen maximaal aan bod komen?

Wanneer evalueren? Vraag naar tijdsbesteding voor evaluaties.

  • Hoe vaak wordt er geëvalueerd?
  • Hoeveel tijd gaat er naartoe?
  • Zijn er afspraken over de plaats van permanente evaluatie tegenover summatieve evaluatie?
  • Is er ruimte gemaakt voor feedback bij evaluatieomenten zodat leerlingen kunnen groeien in het ontwikkelen van competenties? 

Wie doet uitspraak over welke competenties? Vraag naar afstemming.

  • Waar vullen leerkrachten elkaar aan?
  • Waar moeten we overlap vermijden?
  • Welke plaats krijgen de leerlingen via zelfevaluaties? Is er voldoende transparantie?
  • Welke plaats krijgen peerassessments in het geheel?
  • Hoe worden leerlingen betrokken bij het evaluatiegebeuren?

Hoe beoordelen? Vraag naar objectiviteit. 

  • Is er vooraf duidelijkheid over de evaluatiecriteria?
  • Zijn er afspraken tussen leerkrachten?
  • Wordt er samen beoordeeld? Objectiviteit van uit een intersubjectieve benadering?
  • Hoe communiceren we over evaluaties met de leerlingen?
  • Welke procedures zijn er?
  • Hoe worden leerlingen betrokken?

Wanneer een evaluatiebeleid op schoolniveau wordt veranderd is er een team nodig die deze visie ondersteunt en wil realiseren. Het coachingspakket breed evalueren ‘Zie je wat ik kan?!’ biedt enkele steunpunten voor het creëren van een draagvlak voor veranderingen. Omgaan met weerstand is een vaak een inherent deel van veranderingsprocessen. Ook hier biedt het coachingspakket breed evalueren ‘Zie je wat ik kan?!’ enkele handvaten om dit aan te pakken. 

Verder kunnen deze extra tips ondersteuning bieden bij het Invoeren van alternatieve evaluatievormen (Uit: Verstraete e.a. Verstraete, E. e.a. Coachingspakket breed evalueren ‘Zie je wat ik kan?!’. In opdracht van de Proeftuinen en in samenwerking met RVO society. ).

Coachingspakket breed evalueren ‘Zie je wat ik kan?!’

Draagvlak voor veranderingen (Verstraete e.a.)

» Meer weten?

Coachingspakket breed evalueren ‘Zie je wat ik kan?!’

Omgaan met weerstand (Verstraete e.a.)

» Meer weten?

Coachingspakket breed evalueren ‘Zie je wat ik kan?!’

Invoeren van alternatieve evaluatievormen (Verstraete e.a.)

» Meer weten?

 

Creative Commons License