Op de speelplaats...

Context: secundair onderwijs

Inleiding

Deze webquest vertrekt vanuit een doordeweekse authentieke situatie waarvan variaties zich op vele scholen en andere onderwijsniveaus kunnen voordoen. De casus omvat enkele uitdagingen waar je als leraar en als school mee kan omgaan. Via deze webquest is het de bedoeling om:

(1)  Via een analyse van de casus een helder beeld te krijgen van wat er (werkelijk) gaande is.

(2) Doelen te stellen van zaken die je als leraar of school wilt bereiken om in de toekomst met dergelijke voorvallen om te gaan en ze te voorkomen.

(3) Na te denken over concrete acties die kunnen ondernomen worden om de vooropgestelde doelen te bereiken.

In het onderdeel ‘Verwerking’ word je via bijkomende vragen verder op weg geholpen om deze webquest te vervolledigen. Bij ‘Bronnen’ vind je de nodige links naar informatie om een antwoord te formuleren op de vragen. 

 

Uitdaging

In deze casus hebben we er voor gekozen om de etnisch-culturele achtergrond van de jongeren te vermelden omdat dit de mogelijkheid schept in te gaan op mogelijke vooroordelen die deze achtergrond oproept in deze specifieke casus. Nadat mogelijke vooroordelen geïdentificeerd zijn is het de bedoeling om deze doorheen de webquest te counteren vanuit de competenties voor leren VOOR diversiteit (met de nadruk op multiperspectiviteit en onbevooroordeeldheid & non-discriminatie) en een dynamische visie op cultuur

Achtergrondinformatie: 

De school waar deze casus plaatsvindt is een middelbare school in een grootstedelijke context. De school biedt de richting Mode aan in TSO en BSO. Daarnaast biedt de school ook Onthaalklassen voor Anderstalige Nieuwkomers (OKAN) aan. Deze combinatie van studierichtingen zorgt ervoor dat de schoolpopulatie bestaat uit een bonte mix jongeren met uiteenlopende achtergronden en interessevelden.

Casus:

Julie is een jonge lerares die voor het tweede jaar op rij lesgeeft. In de school zit dit jaar een groep van een tiental Afghaanse jongens die OKAN volgen. Ook vorig schooljaar volgden een aantal Afghaanse jongeren OKAN. Enkele van hen zijn doorgestroomd naar het secundair onderwijs, enkele andere blijven nog even OKAN volgen. Voor het tweede jaar op rij valt het op dat de Afghaanse jongens, dit jaar zijn ze met zes, zowel binnen als buiten de klas sterk aan elkaar hangen. Vooral buiten de lessen zullen ze nauwelijks in interactie treden met de andere leerlingen. Julie heeft onlangs in de leraarskamer opgevangen dat de groep Afghaanse jongens van het vorige schooljaar, vaak ruzie hadden met een groep Tsjetsjeense jongens die toen ook OKAN volgden. Dit mondde soms uit in gevechten op de speelplaats en na school.

Tijdens de middagpauze van de eerste schoolweek heeft Julie permanentie op de speelplaats. Een groepje jongens is aan het voetballen en de Afghaanse jongeren kijken hen uitdagend aan. De school heeft 1 bal ter beschikking. Enkele andere middagen speelden de Afghaanse jongens maar nooit leken ze aanstalten te geven om samen te willen spelen met de andere jongeren. Wanneer de bal in de buurt komt van de toekijkende jongeren neemt één van hen, Mehrdad, de bal af en weigert die terug te geven. Er ontstaat een discussie tussen de twee groepen over wie mag voetballen en Julie ziet dat de gemoederen verhit raken.  De jongeren stellen zich vijandig op en dagen elkaar, zowel verbaal als via hun non-verbale bewegingen en lichaamstaal, uit. Om erger te voorkomen stapt Julie op de jongeren af en vraagt hen de bal terug te geven. Daarbij zegt ze hen dat ze de bal niet zomaar mogen afnemen van de anderen. Shahbaz, stilzwijgend de leider van de groep, barst daarbij uit in colère en schreeuwt: “wie ben jij om mij te zeggen wat ik moet doen? Jij hebt geen recht mij te zeggen wat ik moet doen!”. Uitdagend staat hij tegenover haar en kijkt haar woedend aan. Julie probeert voet bij stuk te houden maar voor omstaanders is het duidelijk dat er evenveel angst als standvastigheid in haar schuilt. De jongen zelf wordt steeds woedender en even lijkt het alsof dit conflict elk moment kan escaleren in fysiek geweld. De schrik bij Julie stijgt zienderogen. Tot haar opluchting ziet ze op dat moment net haar collega Tom over de speelplaats lopen. Met versnelde pas stapt ze op hem af en vraagt hem om te komen bemiddelen. Julie verdwijnt op de achtergrond terwijl Tom de jongen kordaat toespreekt en dwingt te kalmeren en de bal terug te geven. De jongen blijft kwaad maar lijkt toch enigszins te bedaren en geeft de bal terug. De rust herstelt zich op de speelplaats maar de sfeer onder de Afghaanse jongens blijft nog de hele dag gespannen. Julie houdt haar hart al vast voor de volgende keer dat ze op de speelplaats moet staan. 

Verwerking

Analyse van de casus

  • De uitspraak: Wie ben jij om mij te zeggen wat ik moet doen? Jij hebt geen recht mij te zeggen wat ik moet doen!” in combinatie met het feit dat de bemiddeling van Julie’s collega Tom wel wordt aanvaard, laat vermoeden dat Shahbaz het moeilijk heeft het gezag van de vrouwelijke lerares te aanvaarden. Het spontaan maken van een link met de etnisch-culturele achtergrond van Shahbaz is hier niet ver weg.
    • De val van een culturaliserende benadering van deze casus en een statische visie op cultuur duikt hier dan ook snel op. Verklaar.
    • Hoe kan een dergelijke uitspraak gekaderd worden binnen een dynamische visie op cultuur en benaderd worden vanuit de competentie multiperspectiviteit?
  • Wie zijn de betrokkenen en hoe verhouden ze zich in hun communicatie tegenover elkaar?
    • Geef elke betrokkene in deze casus weer.
    • Analyseer de casus op basis van het TOPOI-model.
  • Tijdens het vorige schooljaar bleken er herhaaldelijk conflicten te zijn tussen Afghaanse en Tsjetsjeense jongens op de school.
    • Hoe zouden we dit kunnen verklaren?
    • Hoe kunnen we hier de val van ‘culturalisering van conflict’ en statische visie op cultuur ontwijken? 

Doelen

  • Welke elementen in deze casus wil je voorkomen en oplossen? Dit kan zowel betrekking hebben op de houding van de lerares, facetten van het conflict in de casus, als terugkerende ‘problemen’ waar de school mee te maken krijgt.
  • Waar situeren deze doelen zich in de preventiepiramide?
  • Welke competenties rond leren IN diversiteit en leren VOOR diversiteit maken deel uit van deze doelstellingen?

Acties

Wat kun je doen om je vooropgestelde doelen te bereiken?

  • Maak een onderscheid tussen acties die betrekking hebben op het klasniveau en op het schoolniveau.
  • Waak erover dat deze acties voorbijgaan aan hokjesdenken en een statische visie op identiteit.
  • Op welke manier maken de didactische voorwaarden voor leren IN diversiteit en sleutelcompetenties voor leren VOOR diversiteit deel uit van je doelstellingen?

Bronnen

Hier geven we een suggestie van bronnen waar zeker antwoorden te vinden zijn. Uiteraard kunnen ook andere bronnen binnen Diva geraadpleegd worden of kan je doorklikken naar externe websites om de webquest op te lossen. Zoals altijd bij het omgaan met diversiteit is er niet zoiets als dé enige oplossing!

Evaluatie

Op basis van de concrete invulling van de opdracht dient ook een evaluatie te gebeuren. Streef hierbij naar breed evalueren Breed evalueren betekent dat leraren een waaier aan evaluatiestrategieën gebruiken die leerlingen de kans geven hun beheersing van de leerinhouden en competenties aan te tonen. . Zoals steeds bij het omgaan met diversiteit is er niet zoiets als dé enige goede oplossing! Oplossingen en acties dienen steeds via  dialoog & samenwerking De dialoog is de gespreksvorm waarin diversiteit het best tot haar recht komt. Er wordt tijd uitgetrokken om te luisteren en op een evenwaardige manier tot uitwisseling van betekenissen te komen. Samenwerking is de handelwijze waarbij diversiteit als meerwaarde wordt benut. Samenwerken in heterogene groepen kan soms tot conflicten leiden. Maar ook dat is een normaal gegeven waar we moeten leren mee omgaan. afgewogen te worden tegenover specifieke en veranderende contextfactoren. multiperspectiviteit Omgaan met diversiteit houdt in dat men zich los kan maken van het eigen perspectief, via verschillende invalshoeken naar zaken kan kijken én zich kan inleven in het perspectief van degenen met wie men in interactie treedt. en  flexibiliteit Kunnen functioneren in een complexe samenleving veronderstelt dat we vlot kunnen switchen tussen verschillende codes die worden gehanteerd, naargelang context, personen, situaties, culturen. Hier gaat een dynamisch proces aan vooraf van observeren, afwegen, uittesten wat wel en niet kan, onderhandelen en zich manifesteren of aanpassen zonder het eigen referentiekader te verloochenen. zijn hier sleutelbegrippen. Enkele vragen ter overweging:

  • Hoe verloopt de proces- en productevaluatie?
  • Voorzie je intervisiemomenten?
  • Onder welke vorm verwacht je een eindproduct? Een presentatie, een poster, een wikispace, een website, een discussieforum, een portfolio, een brochure, een documentaire, een verslag, … ? Laat je hier ruimte voor verschillende leer- en oplossingsstijlen?  

Docenteninspiratie

Deze webquest is een aanzet waarvan de concrete uitwerking verder ingevuld dient worden door de docent en/of vertaald kan worden naar de context waarin de toekomstige leraren terecht zullen komen. Daarom geven we hier enkele vragen ter overweging:

  • Gebruik je de webquest als vertrekpunt om in te gaan op een bredere problematiek? Zo kunnen de vragen verder opgesplitst en/of uitgediept worden zodat bv. met een hele klasgroep in verschillende deelgroepen aan één webquest kan gewerkt worden.
  • Wordt in de verdere uitwerking een link gelegd naar stage-ervaringen, bredere onderzoeksopdrachten, uitwerking van lesideeën, … .
  • Kan er vakoverschrijdend aan deze webquest gewerkt worden?

Enkele vragen ter overweging om met deze webquest aan de slag te gaan met studenten:

  • Wordt de webquest opgelost via contact- of afstandsonderwijs, of via een combinatie van beide?
  • Wordt de webquest individueel, via samenwerking in duo’s of in grotere groepen opgelost?
  • Gaan verschillende groepen aan de slag met een verschillende opgaven of worden opgaven verdeeld binnen de groep?
  • Hoe worden rollen verdeeld binnen de samenwerkende groepen zodat het leren-van-elkaar gewaarborgd blijft? 
  • Worden de didactische voorwaarden voor leren IN diversiteit nagevolgd? 
Creative Commons License